De laatste jaren zijn koolstofmarkten ontstaan als een manier om landbouwers te stimuleren hun uitstoot te verminderen door duurzame landbouwpraktijken toe te passen. Om deel te nemen aan de koolstofmarkten moeten landbouwers echter additionaliteit aantonen, een concept dat van cruciaal belang is om ervoor te zorgen dat koolstofkredieten echte, extra emissiereducties vertegenwoordigen.

Additionaliteit verwijst naar het idee dat een project moet resulteren in emissiereducties of -verwijderingen die een aanvulling vormen op wat er zonder het project zou zijn gebeurd. Met andere woorden, het project moet een reële en meetbare vermindering van de uitstoot betekenen die anders niet zou hebben plaatsgevonden. Dit is belangrijk omdat koolstofkredieten zonder additionaliteit geen echte emissiereductie zouden vertegenwoordigen, en de doeltreffendheid van de koolstofmarkten bij de vermindering van de broeikasgasemissies in het gedrang zou komen.

Maximilien T. Scharner, Unsplash

Voor landbouwers vereist het aantonen van additionaliteit een zorgvuldige beoordeling van het nul-emissiescenario, dat is het emissieniveau dat zich zonder het project zou hebben voorgedaan. Dit gebeurt doorgaans door het gebruik van gestandaardiseerde methodologieën en instrumenten om de emissiereducties te ramen en verschillende investeringsscenario’s te vergelijken.

Additionaliteit is een cruciaal concept in de landbouw voor deelname aan de koolstofmarkt en om ervoor te zorgen dat koolstofkredieten echte en extra emissiereducties vertegenwoordigen. Landbouwers moeten hun emissiebasis zorgvuldig beoordelen en aantonen dat hun project financieel levensvatbaar is zonder de inkomsten uit koolstofkredieten. Door duurzame landbouwpraktijken toe te passen en deel te nemen aan koolstofcompensatieprojecten kunnen landbouwers niet alleen hun koolstofvoetafdruk verkleinen, maar ook profiteren van extra inkomstenstromen en kostenbesparingen.

Het Perfect Farm-platform kan deelname aan de koolstofmarkt vergemakkelijken door landbouwers in contact te brengen met deskundigen en dienstverleners op het gebied van de koolstofmarkt die hen kunnen helpen bij dit complexe proces. Dit omvat hulp bij projectontwerp, monitoring, meting, verificatie en certificering van koolstofkredieten.

Kijk hier eens naar:

VCS-instrument voor de demonstratie en beoordeling van additionaliteit in VCS Landbouw, Bosbouw en
Ander landgebruik (AFOLU) Projectactiviteiten: https://verra.org/wp-content/uploads/2017/11/VT0001v3.0.pdf

De VCS-norm voor landbouw, bosbouw en ander landgebruik (AFOLU) bevat de eisen voor de kwantificering, certificering en verificatie van broeikasgasemissiereducties en -verwijderingen door projecten op het gebied van landbouw, bosbouw en ander landgebruik. De norm moet ervoor zorgen dat dergelijke projecten reëel, aanvullend, meetbaar, permanent, onafhankelijk geverifieerd en transparant zijn. Het geeft richtsnoeren voor het gebruik van verschillende methodologieën voor het kwantificeren van emissiereducties en -verwijderingen, alsmede eisen voor bewaking, rapportage en verificatie. In het algemeen heeft de norm tot doel duurzame praktijken inzake landgebruik te bevorderen en de overgang naar een koolstofarme economie te ondersteunen.